FAQ

Alarm

1. Controleer de ingangszijde-bedrading van de micro-omvormer goed is aangesloten

2. Controleer de conditie van de componenten (aansluitdozen) om er zeker van te zijn dat ze correct functioneren en er geen problemen zijn met de aansluitingen.
1. Als het probleem van overspanning/onderspanning af en toe optreedt, dan kan dit te wijten zijn aan een kortstondige afwijking op het elektriciteitsnet. In dergelijke gevallen wordt normaal bedrijf van de apparatuur automatisch hervat zodra het elektriciteitsnet is gestabiliseerd en is handmatig ingrijpen niet nodig.

2. Als de storing vaak optreedt is het belangrijk om te controleren of de netspanning binnen het toegestane bereik ligt. Als de spanning duidelijk te hoog of te laag is, dan is het raadzaam contact op te nemen met het plaatselijke elektriciteitsbedrijf. Met hun toestemming kunt u de netwerkoverspannings- of onderspanningsgrenswaarden aanpassen via het monitoringsplatform om het probleem aan te pakken.
1. Controleer, als de ingangsspanning te hoog is, of de ingangsspanning van het PV-paneel niet hoger is dan de maximale ingangsspanning van de micro-omvormer.

2. Controleer, als de ingangsspanning laag of nul is, of de componenten normaal zijn aangesloten

3. Als de spanning van de componenten binnen het normale bereik ligt, meld dit dan aan de installateur.